Voedsel der Goden

Rond 1970 ervoer Terence McKenna voor het eerst hoe Afri­kaanse stammen en Amerikaanse indianen hun visionaire, extatische reizen in de geest onder­nemen. Voedsel der Goden is het verrassende relaas van de ontdekkingen die hij deed. Het biedt een overtuigende kijk op een ontbrekende schakel in de verklaring van de ontwikkeling van de menselijke taal, intelligentie en cultuur. De teneur van dit boek zou in onze moderne maatschappij wel eens net zo’n grote schok teweeg kunnen brengen als Darwins theorieën dat deden in de Engelse samenleving ten tijde van Koningin Victoria.

McKenna herinnert ons eraan dat de mythe van onze cultuur begint in de Hof van Eden, met het eten van de vrucht van de Boom der Kennis. Lang geleden ontdekten onze voorouders dat bepaalde planten pijn kunnen verzachten, een plotselinge energiestoot kunnen geven, immuun kunnen maken tegen ziektekiemen en de creativiteit kunnen verhogen. In veel culturen gebruikten priesters en priesteressen ‘magie mushrooms’, plantenaftreksels en kruiden om op te gaan in het levende mysterie van god en de natuur. Het verlies van deze sjamanistische kennis heeft geleid tot de ontwikkeling van zeer verslavende stoffen (zoals gedistilleerde alcohol en geraffineerde suiker) en van de eerste harddrugs: morfine en heroïne.

McKenna geeft een overzicht van de geschiedenis van drugs in de oosterse en westerse samenlevingen: van de vroegere specerijenhandel tot marihuana, cocaïne en andere geraffi­neerde moderne middelen, inclusief het ultieme instant-kalmeringsmiddel, de televisie. In het laatste hoofdstuk stelt hij een algemeen plan voor om de hedendaagse drugsgerela­teerde problemen op te lossen, onderzoekt hij waarom het nastreven van geluk illegaal wordt zo gauw men gebruik­maakt van planten die nota bene in de vrije natuur te vinden zijn, en bespreekt hij de aanhoudende opwinding rond de legalisering van drugs.

Voedsel der Goden is een gedurfd werk, dat getuigt van een erudiete en onderzoekende geest. Het boek biedt een inspire­rende kijk op zelfontplooiing en een menswaardig uitgangs­punt voor onze interactie met elkaar en de natuur.